Een Haagse zakenman zou acht maanden gevangenisstraf moeten krijgen, waarvan vier voorwaardelijk, vanwege omkoping. Dat heeft het Openbaar Ministerie dinsdag geëist. De man zou betrokken zijn geweest bij de vermeende corruptie rond de Haagse wethouder Richard de Mos.
Het was de laatste strafeis in de zaak. Vanwege gezondheidsredenen was de verdachte niet aanwezig bij de eerdere behandeling. Toen hoorden de andere verdachten welke straffen het Openbaar Ministerie tegen hen eist. Het is nog niet bekend wanneer de rechtbank uitspraak doet.
Hoofdverdachte in de zaak is De Mos, voormalig lid van de Tweede Kamer. Hij verliet in 2012 de PVV en richtte zijn eigen lokale partij op. Die heette aanvankelijk Groep de Mos en tegenwoordig Hart voor Den Haag/Groep de Mos. De partij kreeg in 2018 de meeste stemmen bij de gemeenteraadsverkiezingen. De Mos werd wethouder, samen met partijgenoot Rachid Guernaoui.
In 2019 doorzocht de Rijksrecherche de woningen en werkkamers van De Mos en Guernaoui. Ze worden ervan verdacht dat ze bevriende ondernemers hebben geholpen in ruil voor donaties aan hun partij. Zo zouden ze nachtvergunningen hebben geregeld voor horeca-exploitanten en zouden ze gemeentelijke regels hebben willen aanpassen voor vastgoedeigenaren. Daarbij zouden ze ook hun geheimhoudingsplicht hebben geschonden.
Het Openbaar Ministerie eiste 22 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf tegen De Mos. Guernaoui moet volgens de aanklager worden veroordeeld tot zestien maanden celstraf, waarvan zes voorwaardelijk. Ook zouden beiden vier jaar lang geen publieke functie mogen bekleden. Een oud-gemeenteraadslid van de partij kreeg een eis van drie maanden voorwaardelijke gevangenisstraf. Vier aangeklaagde ondernemers hoorden eisen van elf of twaalf maanden gevangenisstraf, waarvan steeds zes maanden voorwaardelijk. De verdachten zelf zeggen dat ze onschuldig zijn.
Door: ANP